Cler. Luik, I.L. 1364-1391 (1364-1392) Luik, Den Bosch Peter Polslauwer, Polslawer, Polsela(u)wer, Pulslauwer, Polslouwer, werd in Den Bosch geboren als zoon van Roelof Polslauwer en van diens vrouw Katherijn. Behalve Peter had Roelof ook een natuurlijke zoon Henric die in 1399 nog leefde. Peter stelde tussen 1364 en 1391 tientallen notariële akten op, maar resideerde aanvankelijk waarschijnlijk niet in Den Bosch. Zo was hij op 4 augustus 1364 samen met Daniel van Oirschot (nr.287) als notaris te Oirschot aanwezig bij de aanstelling van arbiters door enkele inwoners van die plaats naar aanleiding van een geschil over goederen te Ellaer. Vermoedelijk was Peter in deze tijd werkzaam aan het bisschoppelijk gerechtshof te Luik want op 7 juli 1367 stelde hij in de St.Lambertuskerk te Luik een akte op waarin heer Jan vander Locht, rector van Nuland, protesteerde tegen de usurpatie van de novale tienden in zijn parochie door de kinderen Van Watermale. Peter keerde vervolgens terug naar Den Bosch waar hij in 1371 of 1372 trouwde. Hij werd gezworen broeder van de O.L.V.-broederschap en verrichtte regelmatig werkzaamheden voor deze instelling. In de rekeningen van de broederschap komt hij veelvuldig voor als notaris maar ook blijkt hij haar regelmatig in rechtszaken te hebben vertegenwoordigd als procureur. Vermoedelijk oefende hij beide praktijken reeds uit te Luik en zette hij ze na zijn terugkeer in Den Bosch voort. De notariële akten die hij vanaf 1372 in Den Bosch opstelde bestaan voor het grootste deel uit schenkingen aan de O.L.V.-broederschap en uit testamenten. Daarnaast verhoorde hij in opdracht van de officiaal ook enkele malen personen die aanwezig waren geweest bij testamenten die niet schriftelijk waren vastgelegd. Regelmatig in zijn akten optredende getuigen zijn heer Tielman van Mulsen (zie nr.275), heer Tielman vanden Doren en heer Lonys van Scindel (nr.355). Peter schreef zijn akten doorgaans zelf en ingrosseerde tussen 1379 en 1387 ook enkele akten voor Adam van Mierde (nr.264), voor heer Lonys van Scindel (nr.355) en voor Arnt Stamelart vander Spanct (nr.364). Alleen de eerste vermeldt dit ook uitdrukkelijk in zijn onderschrift: "instrumentum ... quod per manum Petri Pulslauwer, notarii publici, conscribi feci". 1) Peter Polslauwer bezat tot 1385 een huis aan de Vughterdijk en woonde tot zijn dood in 1392 waarschijnlijk in de Kerkstraat. Hij was getrouwd met Katherijn, dochter van Arnt van Beke senior, zoon van Arnt van Beke, en van Katherijn. Arnt van Beke (senior) droeg op 21 februari 1376 ten overstaan van Peter een kwart van een erfcijns uit een windmolen te Schijndel over aan de molenaar Jan van Lieshout. Op 9 februari 1390 maakte hij ten overstaan van Peter ook zijn testament, onder meer in aanwezigheid van Peters vrouw Katherijn, haar zuster Lysbeth, en hun verwanten Arnt, natuurlijke zoon van wijlen Goessen van Beke, Arnt, zoon van wijlen heer Arnt van Beke, priester, en diens zonen Henric en Arnt. Er leefden dus in de tweede helft van de veertiende eeuw minstens zes personen met de naam Arnt van Beke in Den Bosch en omgeving. Op dezelfde dag droeg Katherijns vader in aanwezigheid van Peter ook een kamer in de straat tussen de Loefsbrug en de Huls (de Loefstraat) over aan zijn dochter Lysbeth terwijl hij op 4 maart 1391 ten overstaan van Peter nog een codicil aan zijn testament toevoegde. Zijn kinderen gingen op 17 juni 1410 een erfdeling aan van zijn goederen die onder meer een hoeve omvatten geheten "die Mortel", gelegen bij "die Coninx brugge" in Den Bosch, en een aantal huizen en kamers gelegen bij diezelfde hoeve. Uit de erfdelingsakte blijkt dat Arnt behalve Katherijn nog vier kinderen had: Henric, Luytgart, Lysbeth en een niet met naam genoemde dochter. Lysbeth was reeds overleden zodat haar man Jacop Goes en zijn kinderen haar plaats innamen. Ook Arnts laatste dochter en haar man Robbrecht van Duerne waren reeds gestorven zodat hun zoon Yngram in hun plaats kwam. Ten slotte waren ook Katherijn en Peter Polslauwer reeds overleden. Hun plaats werd ingenomen door hun schoonzoons. 2)
Peter en Katherijn hadden vijf dochters: Beatrijs, Roelofken, Katherijn, Heilwich en Mechtelt. Ze waren alle vijf getrouwd. Beatrijs, die in 1396 en 1399 nog als ongehuwde vrouw optreedt, was in 1410 getrouwd met Godschalc Becker en wordt in 1415 vermeld als diens weduwe. Roelofken was in 1399 en 1410 nog ongehuwd maar komt in 1427 voor als echtgenote van Tielman Joerdens. Haar zuster Katherijn, die in 1393 nog ongehuwd was, wordt in 1399 en 1410 vermeld als vrouw van Henric, zoon van Jacop Sweertveger. Haar zuster Heilwich was in 1393 en 1399 nog ongehuwd maar komt in 1410 voor als vrouw van Willem van Meghen, bastart. Mechtelt ten slotte was in 1393 eveneens ongehuwd en wordt in 1399 en 1410 vermeld als vrouw van Philips van Heesterbeke (Heysterbeke). Misschien hadden Peter en Katherijn ook een zoon die Peter heette want tussen 1422 en 1446 komt in het Bosch' protocol regelmatig een Peter, zoon van wijlen Peter Polslauwer, voor. Hij was omstreeks 1427 getrouwd met Aleyt, dochter van Henric vanden Doren (zie nr.94), en had minstens vier kinderen: Arnt, Dirc, Henric en een natuurlijke dochter Hille of Hillegont. In 1446 wordt een Peter Peter Polslauwer nog genoemd als man van Sophye Everarts van Keeckom die in 1451 voorkomt als zijn weduwe. Deze Sophye maakte op 11 oktober 1466 in haar huis aan de Vughterdijk haar testament. De notaris Peter Polslauwer overleed waarschijnlijk in het begin van 1392. Het obituarium van de St.Jan vermeldt hem samen met zijn ouders en zijn vrouw onder 5 oktober, de sterfdag van zijn vader. Op 22 april 1392 machtigde de officiaal Jan Sceyvel (nr.351) op verzoek van Katherijn, weduwe van Arnt van Beke senior, om een collatie te maken van het door Peter opgestelde concept van Arnts testament. Pas op 13 augustus 1394 wees de officiaal alle concepten en minuten van Peter toe aan heer Mercelis van Bakel (nr.26). Ze werden aan deze overhandigd door Peters weduwe Katherijn. Na heer Mercelis' dood werden de concepten en minuten ten slotte op 14 januari 1398 samen met die van heer Mercelis zelf toegewezen aan heer Pauwels van Zulichem (nr.382). 3)
|
Noten | |
1. | APB, St.Jan II, Obituarium, p.291; GAH, RA 1177, fo.173r (2 jan.1385), RA 1181, p.350 (10 apr.1399); Bijlage II 264.47, 318.1 t/m 318.43, 355.1, 364.1, 364.2; GAH, THG 706 (3 apr. t/m 5 juli 1371); OLVB 52, band 0, fo.54v (1371/72: "Item Petrus Polslouwer, de matrimonio suo"), fo.62r (1374/75), fo.76v (1380/81), fo.86r (1382/83), fo.97v (1384/85), fo.103r (1385/86), fo.109v (1386/87), fo.114r (1387/88), fo.114v (1388/89); (Andere) verwijzingen naar akten: Bijlage II 26.13; [Van de Laar], Inventaris ... Schijndel, 14 nr.50 (21 febr.1376: deze akte was volgens Van de Laar (1894) "als boekband gebruikt, gedeeltelijk weggescheurd en sterk verbleekt, doch met een chemisch middel weder opgehaald" en verbrandde uiteindelijk in W.O.II). |
2. | GAH, RA 1177, fo.173r (2 jan.1385), RA 1179, p.583 (11 juli 1393), RA 1181, p.412 (19 apr.1399); [Van de Laar], Inventaris ... Schijndel, 14 nr.50 (21 febr.1376); Bijlage II 318.39; RANB, Coll.PG 107 (regest 82) (17 juni 1410). |
3. | GAH, RA 1179, p.583 (11 juli 1393), RA 1180, p.643 (20 dec.1396), RA 1181, p.348 (9 apr.1399), p.350 (10 apr.1399), p.412 (19 apr.1399), RA 1193, fo.447r (mei 1423), RA 1196, fo.231v (17 apr.1427), vgl. RA 1182, p.682 (28 sept.1401), RA 1189, fo.74r (1414/15), RA 1191, fo.193v (28 nov.1418), RA 1193, fo.181r (1422/23), RA 1196, fo.26r (8 jan.1427), RA 1197, fo.56r (18 dec.1425), fo.179r (8 nov.1425), fo.321r (7 nov.1426), RA 1216, fo.17v (1446), RA 1217, fo.452v (1447), RA 1221, fo.319r (1450/51), RA 1229, fo.240v (1458), RA 1235, fo.174r-178r (1465/66), RA 1240, fo.83r (1470/71); RANB, Coll.PG 107 (regest 82) (17 juni 1410); Van Rooij, Het oud-archief, II 291 nr.1069; Bijlage II 236.11, vgl. 60.16, 269.12; OLVB 49, fo.26v (Petrus Polslauer, overl. 1391/92), vgl. fo.25v; APB, St.Jan II, Obituarium, p.291; Tabel 3.2, nrs.3, 4 en 5; Vgl. dominus Gherardus Polslawer, rector van het St.Catharina-altaar in Baardwijk (1400-1405), rector van een kapelanie ter ere van St.Petrus in de St.Jan (vanaf 1438) en deken van de St.Petruskerk te Luik (1438-1445): Juten, Consilium, 40; Bijlage II 293.4; Schoolmeesters, Les statuts synodaux, xxxv; Zie ook notaris nr.132. |
Lucas G.C.M. van Dijck, Van vroomheid naar vriendschap (2012) 622
Geertrui Van Synghel, De stedelijke secretarie van 's-Hertogenbosch tot ca. 1450 (2007) 148, 174, 285, 286, 319, 324, 325, 341, 344n, 411, 414